Hoe kan er licht tot ons komen van sterren die miljoenen lichtjaren van ons vandaan zijn in een universum waarvan de bijbel claimt dat hij slechts duizenden jaren oud is?

Bekijk deze bladzijde in het: Engels (English), Bulgaars, Duits, Russisch

Stars - Lagoon Nebula (photo copyrighted).

Sommige sterren staan miljoenen lichtjaren bij ons vandaan. Aangezien een lichtjaar de afstand is die het licht aflegt in een jaar, betekent het dan niet dat het universum erg oud is?

Ondanks al de bijbelse en wetenschappelijke bewijzen voor een jonge aarde/een jong universum, blijft dit een probleem. Maar elke opvatting over de oorsprong van het leven geeft aanleiding voor research, dat zal altijd zo blijven—er worden problemen opgeworpen die men dan weer moet oplossen. We kunnen nooit volledige kennis krijgen en dus zijn er steeds weer dingen die we moeten onderzoeken.

Een uitleg, die in het verleden werd gebruikt was nogal complex, dat ging over het licht dat reisde via oppervlakten van Riemann (een abstracte mathematische vorm van ruimte). Behalve dat het moeilijk te begrijpen is lijkt zo’n uitleg ook niet erg waardevol, aangezien het zou betekenen dat we van alle dingen duplicaten zien.

Geschapen licht?

Misschien is wel de meest gebruikte uitleg dat God licht schiep ‘dat onderweg was’ zodat Adam de sterren onmiddellijk kon zien zonder jaren te moeten wachten tot het licht van zelfs maar de meest dichtbijstaande ster de aarde zou bereiken. Hoewel we de macht van God niet moeten beperken kunnen we wel stellen dat deze opvatting behoorlijk grote vragen opwekt.

Het zou betekenen dat bij het kijken naar het gedrag van een ver object, datgene dat we zien gebeuren, helemaal nooit gebeurd is. Bij voorbeeld, stel dat we een object zien van een miljoen lichtjaren geleden, dat lijkt te draaien, dat wil zeggen dat het licht dat we ontvangen in onze telescopen ons informatie geeft dat dit gedrag zich voordoet. Maar volgens deze uitleg kwam het licht dat we nu ontvangen niet van die ster, maar was het “onderweg” geschapen, om zo maar eens te zeggen.

Dat zou betekenen voor een 10.000 jaar oud universum, dat alles wat we zien gebeuren buiten de 10.000 lichtjaren altijd een actueel deel is van een gigantische afbeelding van dingen die niet echt gebeurd zijn, waardoor we dingen zien, die wellicht niet eens bestaan.

Credit: NASA; ESA; G. Illingworth, D. Magee, and P. Oesch, University of California, Santa Cruz; R. Bouwens, Leiden University; and the HUDF09 Team
click photos to ENLARGEHubble Extreme Deep Field released by NASA on September 25th, 2012. Credit: NASA; ESA; G. Illingworth, D. Magee, and P. Oesch, University of California, Santa Cruz; R. Bouwens, Leiden University; and the HUDF09 Team.

Om dit probleem verder te verklaren, nemen we een exploderende ster (supernova) op laten we stellen een kleine 100.000 lichtjaren afstand bij ons vandaan. Aangenomen dat het universum 10.000 lichtjaren oud is. Wanneer de astronoom op aarde deze exploderende ster ziet, ontvangt hij niet slechts een lichtstraal. Als dat het alleen was, dan zou het helemaal geen probleem zijn om te verklaren dat God de hele keten van fotonen (lichtdeeltjes/golven) ‘onderweg’ heeft geschapen.

Maar wat de astronoom ontvangt is ook een apart en erg specifiek patroon van variaties binnen het licht, wat hem/haar veranderingen toont, die men zou verwachten bij zo’n explosie – een voorstelbare opvolging van gebeurtenissen met betrekking tot neutrino’s, zichtbaar licht, roentgenstralen en gammastralen. Het licht draagt informatie aan over een blijkbaar echt gebeurd iets. De astronoom heeft het volste recht om deze boodschap te vertalen als een werkelijke realiteit—dat er werkelijk zo’n object was dat explodeerde volgens de wetten van de natuurkunde, verhelderende, uitgestoten roentgenstralen, die doofden enzovoorts, dit alles in overeenstemming met diezelfde natuurkundige wetten.

Alles wat hij ziet is hiermee consistent, inclusief het speciale patroon in het licht van de ster die ons een “chemische handtekening” geeft van de elementen die hij bevat. Maar de opvatting over van het licht ’dat onderweg werd geschapen’ houdt in dat deze gesignaleerde boodschap van gebeurtenissen, overgebracht door de ruimte, opgeslagen hadden moeten zitten binnen de lichtstraal van het moment van schepping, of later in die lichtstraal geplaatst had moeten worden, zonder dat het ooit vertrokken is van dat verre punt. (Als het van de ster vertrokken was — aangenomen dat er werkelijk zo’n ster was – dan zou het nog steeds 90.000 lichtjaren verwijderd zijn van de aarde.)

Om zo’n gedetailleerde serie signalen in lichtstralen, die de aarde moeten bereiken, te scheppen, signalen die lijken te zijn gekomen van een serie echte gebeurtenissen die feitelijk niet gebeurd zijn, dient geen zinnig doel. Erger nog, het is hetzelfde als te zeggen dat God fossielen schiep in rotsen om ons voor de gek te houden, of zelfs ons geloof te testen, en dat ze niets reëels voorstellen (echte dieren of planten die in het verleden leefden en stierven) Dat zou een vreemde opvatting zijn.

Reist licht altijd met dezelfde snelheid?

Made by English Wikipedian en:User:Cantus.
Scale model of the Earth and the Moon, with a beam of light traveling between them at the speed of light. It takes approximately 1.26 seconds. Author: Cantus

Een voor de hand liggende oplossing zou zijn een grotere snelheid van het licht in het verleden, die maakt dat hetzelfde licht dezelfde afstand sneller aflegt. Dit lijkt op het eerste gezicht een te gemakkelijke en ad hoc verklaring. Tot de Australiër Barry Setterfield deze gedachte nieuw leven inblies door op te merken dat er een toenemende trend was in de historische observaties van de snelheid van het licht (c) over de afgelopen ongeveer 300 jaar genomen. Setterfield en zijn latere mede-auteur Trevor Norman) kwamen met meer bewijs ten gunste van deze theorie.[1] Ze meenden dat het effect zou hebben gehad op de radiometrische dateringsresultaten en zelfs de roodverschuiving van licht van verre melkwegstelsels hebben veroorzaakt, ofschoon dit idee later weer verworpen werd en er werden ook andere modificaties gemaakt.

Er kwam flink wat debat op gang tussen zeer kundige vakgenoten binnen creationistische kringen of het statistische bewijs werkelijk de c afname (cdk) ondersteunt of niet.

De grootste moeilijkheid echter heeft men met bepaalde natuurkundige consequenties van de theorie. Als c afgenomen is op de wijze die Setterfield aangaf, dan zouden die consequenties nog steeds waarneembaar moeten zijn in het licht van verre melkwegstelsel, maar dat was niet zo. Kortom, geen van de verdedigers van de theorie bleek in staat om te antwoorden op de vragen die opgeworpen werden.

Een nieuw Creationistische kosmologie

Stars—Orion’s Nebula (photo copyrighted).

Niettemin stimuleerde de c afname theorie het denken over de desbetreffende issues. De creationistische natuurkundige Dr. Russell Humphreys zegt dat hij een jaar bezig geweest is om te trachten de afnemende c theorie sluitend te maken, maar zonder succes. Maar in dit hele proces werd hij wel geïnspireerd om een nieuwe creationistische kosmologie te ontwikkelen die een oplossing lijkt aan te dragen voor het probleem van het schijnbare conflict dat er is met de duidelijke gezaghebbende leer van de bijbel dat de schepping een recente gebeurtenis is.

Deze nieuwe kosmologie wordt gebracht als een creationistisch alternatief voor de ‘big bang’ theorie. Hij doorstond het kritische onderzoek van gekwalificeerde deskundigen op de internationale conferentie in Pittsburgh in 1994 over creationisme.[2] Jonge-aarde-creationisten stelden zich voorzichtig positief op bij het model, [3] wat niemand verrast bij zo’n radicaal verlaten van het orthodoxe standpunt, maar Humphrey onderkende de problemen die hierbij oprezen.[4] Zij die geloofden in een oud universum en de ‘big bang’, probeerden met alle macht deze nieuwe kosmologie omver te blazen, bewerend dat ze er fouten in hadden ontdekt.[5] Maar Humphreys was in staat om zijn model te verdedigen en het zelfs verder uit te bouwen.[6] Dit debat wordt ongetwijfeld voortgezet.

Dit soort ontwikkeling waarbij het ene creationistische idee, c afname, overgenomen wordt door een andere is een gezond aspect aan de wetenschap. Het fundamentele bijbelse raamwerk is niet onderhandelbaar, in tegenstelling tot de veranderende opvattingen en modellen van feilbare mensen die proberen de gegevens te begrijpen binnen dat raamwerk. (Evolutionisten veranderen ook vaak van opvatting over hoe precies dingen zichzelf hebben kunnen maken, maar nooit over óf ze het deden.)

Een sleutel

Laten we kort een idee geven, over hoe de nieuwe kosmologie het sterrenlicht probleem lijkt te verklaren, voordat we op een paar voorlopige items wat gedetailleerder ingaan. Stel je voor dat de tijd die iets nodig heeft om een bepaalde afstand af te leggen gelijk is aan de afstand gedeeld door de snelheid waarmee het reist. Dat wil zeggen:

Tijd = Afstand (gedeeld door) Snelheid

Als dit toegepast wordt op licht van verre sterren wordt de tijd berekend op miljoenen jaren. Sommigen hebben de afstanden proberen te ontkennen, maar dit is een niet aannemelijk antwoord. [7]

Astronomen gebruiken veel verschillende methodes om afstanden te meten en geen enkele goed geïnformeerde creationistische astronoom zou durven beweren dat er zulke enorme fouten gemaakt zijn dat biljoenen lichtjaren ineens gereduceerd worden tot duizenden, bij voorbeeld. Er is voldoende bewijs dat ons eigen Melkwegstelsel 100.000 lichtjaren meet.

Als de snelheid van het licht (c) niet is veranderd, dan is het enige in de vergelijking dat onveranderd blijft de tijd zelf. In feite heeft de relativiteitstheorie van Einstein ons al tientallen jaren geleden verteld, dat tijd geen constante is.

In de relativiteitstheorie neemt men aan dat twee dingen de tijd vervormen (hier zijn bewijzen voor) – de ene is snelheid en de andere is zwaartekracht. De algemene relativiteitstheorie van Einstein – de beste theorie over zwaartekracht die we momenteel hebben, geeft aan dat zwaartekracht de tijd vervormt..

Dit effect is veelvuldig wetenschappelijk gemeten. Klokken bovenin hoge gebouwen, waar de zwaartekracht een klein beetje minder is, lopen sneller dan als ze beneden staan, zoals voorspeld wordt door de vergelijkingen van algemene relativiteit (GR).[8]

Als een concentratie van materie maar groot genoeg is (dicht genoeg) dan zal de gravitationele vervorming ook zo immens worden dat elke lichtstraal die probeert te ontsnappen aan dat trekken van de zwaartekracht afbuigt naar zichzelf. Dit gebrek aan ontsnappingmogelijkheid van lichtstralen vormt een onzichtbare grens die mens wel de waarnemingshorizon rond de materie noemt. Bij de waarnemingshorizon staat de tijd letterlijk stil.

Het gebruik van verschillende aannemingen

Copyrighted © image.

Dr. Humphreys’ nieuwe creationistische kosmologie valt letterlijk buiten de vergelijking van GR, in zoverre men aanneemt dat het universum een grens heeft. Met andere woorden het heeft een centrum en een rand – zodat als je maar lang genoeg de ruimte in zou reizen, je ooit in een plaats zou belanden waarbuiten er geen materie meer is. In deze kosmologie ligt de aarde bij het centrum.

Dit lijkt wel logisch te zijn, en is het ook, maar alle moderne seculiere (‘big bang’) kosmologen ontkennen dit. Dat wil zeggen, ze nemen willekeurig aan (zonder dat daarvoor wetenschappelijke noodzaak is) dat het universum geen grenzen heeft – geen eind en geen centrum. In dit vermeende universum, zou elk melkwegstelsel omringd zijn door melkwegstelsels, in alle richtingen verspreid (op voldoende schaal) en daarom wordt de netto zwaartekracht opgeheven.

Echter wanneer het universum begrensd is is er een netto effect van het gravitationele effect richting het centrum. Klokken aan de rand zouden dan op andere snelheid lopen als klokken op aarde. Met andere woorden dan is het niet langer genoeg om te zeggen dat God het universum maakte in zes dagen. Dat deed hij zeker wel, maar zes dagen op welke klok? (Als we zeggen ‘Gods tijd’ dan missen we het punt dat hij buiten en boven de tijd staat en het eind ziet van het begin.)[10]

Er blijkt een waarneembaar bewijs te zijn, dat het universum geëxpandeerd is in het verleden, dat wordt ondersteund door veel zinnen die God gebruikt in de bijbel om te zeggen dat Hij bij de schepping de hemelen “uitspande”[11] (andere verzen zeggen “uitspreidde”.

Als het universum niet groter is dan we kunnen waarnemen en als het in het verleden slechts 50 maal kleiner was dan nu, dan houdt dat in dat de wetenschappelijke aftrek, gebaseerd op GR inhoudt dat het wel moet zijn geëxpandeerd uit een vorige staat waarin het was omringd door een waarnemingshorizon (een conditie die technisch bekend is als een “wit gat”— een zwart gat dat terugloopt, iets dat zou kunnen in de bovenstaande vergelijking van GR.)

Als materie buiten deze waarnemingshorizon komt, moet de horizon wel krimpen – mogelijk zelfs tot niets. Daarvoor zou op een zeker moment deze aarde (in verhouding tot een punt ver ervandaan) virtueel bevroren worden in de tijd. Een waarnemer op aarde zou op geen enkele manier “zich anders voelen”. “Biljoenen jaren” zouden er voor het licht vrij komen (binnen het referentiekader waarbinnen het in diepe ruimte reist) om de aarde te bereiken, sterren kunnen ouder worden, enz. terwijl er op aarde slechts een enkele dag voorbij is gegaan. Deze indrukwekkende gravitationele tijdsvertraging lijkt een wetenschappelijk onvermijdelijkheid te zijn als een begrensd universum beduidend expandeerde.

In zeker opzicht, als waarnemers op aarde op die speciale tijd naar buiten hadden kunnen kijken en de snelheid zagen waarmede het licht zich naar hen toe bewoog daar buiten in de ruimte, dan zou het voor hen net zijn of het vele malen sneller reisde dan c. Melkwegstelsels zouden ook lijken sneller rond te draaien.) Echter als een waarnemer in de diepe ruimte de snelheid van het licht aan het meten was, dan zou het voor hem zijn alsof de tijd nog steeds reisde met c.

Er zijn meer details over deze nieuwe kosmologie, op lekenniveau, in het boek door Dr. Humphreys, Starlight and Time, waarin ook herdrukken van zijn technische aantekeningen te vinden zijn met de vergelijkingen erop.[12]

Gelukkig hebben creationisten niet zulke concepten uitgevonden als gravitationele tijdsvertraging, zwarte en witte gaten, waarnemingshorizon en zo voorts, dan zouden we waarschijnlijk beschuldigd worden van het manipuleren van de gegevens om het probleem op te lossen. Het interessante aan deze kosmologie is dat het is gebaseerd op wetmatigheden en natuurkundige zaken, die door alle kosmologen (in het algemeen gesproken) volstrekt worden aanvaard en het wordt acceptabel (voor bijna alle natuurkundigen) om aan te nemen dat er een expansie is geweest in het verleden (zij het niet van het een of andere denkbeeldig klein punt). De theorie vereist geen verbloeming van de feiten – de resultaten springen in het oog mits men het willekeurige uitgangspunt verlaat dat de big bangers innemen (het onbegrensde kosmos idee, die onder de noemer valt van “wat de experts je niet vertellen over de big bang”).

Deze nieuwe kosmologie schijnt in één slag alle observaties te kunnen verklaren die gebruikt worden om de “big bang” te ondersteunen, inclusief voortschrijdende roodverschuiving en de kosmische microgolf achtergrondstraling, zonder de gegevens of de bijbelse vermeldingen van een jonge aardegeweld aan te doen.

Wees voorzichtig

Terwijl dit opwindend nieuws is, zijn het slechts theorieën van feilbare mensen, hoe prachtig ze ook passen bij de gegevens. Men kan er op zeker moment weer van terugkomen in het licht van toekomstige ontdekkingen. Wat we wel kunnen zeggen is dat op dit punt een aannemelijk mechanisme is aangetoond, met aanzienlijk observationeel en theoretisch support.

En wat als niemand ooit op het idee van gravitationele tijdsvertraging was gekomen? Velen zouden zich dan gedwongen gevoeld hebben om in te stemmen met die wetenschappers (inclusief sommige Christenen) dat er geen mogelijke verklaring was – de grote ouderdommen zijn een feit en de bijbel zou ‘geherinterpreteerd’ (aangepast) moeten worden of in toenemende mate verworpen. Velen hebben in feite erop aangedrongen dat Christenen de helder leer van de bijbel zouden loslaten, die stelt dat er een recente schepping was, vanwege deze “niet te ontkennen feiten”. Deze herinterpretatie betekent ook dat we moeten accepteren dat er biljoenen jaren dood, ziekte en bloedvergieten is geweest voor Adam, en zo zou de bijbel ondermijnd zijn geworden wat betreft het ‘schepping/zondeval/herstel’ kader van de bijbel.

Toch zou, zelfs zonder dit nieuwe idee, zo’n benadering nog steeds een verkeerd uitgangspunt hebben. Nooit moeten we een compromis sluiten over de autoriteit van de bijbel door wetenschappelijke opvattingen van mensen. Een klein voorheen onbekend feit, of een verandering in een beginstandpunt, kan drastisch het hele plaatje wijzigen zodat wat nu een feit is morgen verworpen wordt.

We moeten dit goed in gedachten houden als te maken krijgen met andere problemen die er nog zijn met betrekking tot de schepping, ondanks het substantiële bewijs voor Genesis. Alleen God heeft oneindige kennis. Als we onze wetenschappelijke onderzoek baseren op de aanname dat zijn Woord de waarheid is (in plaats van aan te nemen dat dit fout is of niet relevant) dan zullen onze wetenschappelijke theorieën op de lange duur meer accuraat de werkelijkheid benaderen.

Voetnoten

  1. T.G. Norman and B. Setterfield, The Atomic Constants, Light and Time (privately published, 1990).

  2. D.R. Humphreys, "Progress Toward a Young-earth Relativistic Cosmology," Proceedings 3rd ICC, Pittsburgh, 1994, pp. 267-286.

  3. J. Byl, “On Time Dilation in Cosmology,” Creation Research Society Quarterly, 1997, 34(1):26-32.

  4. D.R. Humphreys, "It's Just a Matter of Time," Creation Research Society Quarterly, 1997, 34(1):32-34.

  5. S.R. Conner and D.N. Page, "Starlight and Time is the Big Bang," CEN Technical Journal, 1998, 12(2):174-194.

  6. D.R. Humphreys, "New Vistas of Space-time Rebut the Critics," CEN Technical Journal, 1998, 12(2):195-212.

  7. Er zijn vele biljoenen sterren, vele net als onze eigen zon, volgens de analyse van het licht dat van hen komt. Zulke aantallen sterren moeten gedistribueerd zijn over een grote ruimte, anders zouden we allemaal al lang verbrand zijn.

  8. De aantoonbare bruikbaarheid van GR in de natuurkunde kan apart gezien worden van bepaalde “filosofische bagage,” die sommigen daar onwettig aan hebben verbonden en waartegen Christenen bezwaar hebben.

  9. Zo’n object wordt genoemd een “zwart gat”.

  10. Genesis 1:1; Eccl. 3:11; Jesaja 26:4; Rom. 1:20; 1 Tim. 1:17; en Hebr. 11:3. Interessant, volgens GR, tijd bestaat niet zonder materie.

  11. Bij voorbeeld: Jesaja 42:5; Jeremia 10:12; Zacharia 12:1.

  12. D. Russel Humphreys, Starlight and Time (Green Forest, AR: Master Books, 1994).

Aanbevolen om te Lezen

(Click here) - Book: Starlight and Time by Humphreys

Starlight and Time: Solving the Puzzle of Distant Starlight in a Young Universe, by Dr. Russell Humphreys, Master Books, 1994.

Vertaald door: Josine

Uitgegeven door Don Batten, Ph.D. / Auteurs: Ken Ham, Jonathan Sarfati, en Carl Wieland, bewerkt naar The Revised & Expanded Answers Book (Master Books, 2000). (Met een kleinere uitgave voor ChristianAnswers.Net publicatie door Paul S. Taylor.)

Verstrekt door Creation Ministries International

Copyright © 1996, 2002, Creation Ministries International, All Rights Reserved - behalve als aangegeven op bijgaande “Usage and Copyright” bladzijde die gebruikers van ChristianAnswers.Net het recht verleent om deze bladzijde te gebruiken voor thuis, persoonlijk getuigenis, kerken en scholen. Illustraties en layout copyright, 1999, Films for Christ

ChristianAnswers.Net
Christian Answers Network
PO Box 577
Frankfort KY 40602
USA

Creation SuperLibrary.com ChristianAnswers.Net
CAN Home
Shortcuts
Christian Answers Network HOMEPAGE and DIRECTORY